Het klimaatakkoord is helder. Voor het stimuleren van het elektrisch rijden trekt het kabinet minder geld uit dan gehoopt. Tegelijkertijd houdt het onverminderd vast aan de ambitie dat elke nieuw verkochte auto in 2030 elektrisch is. Om alle e-auto’s die er dan zijn te kunnen laten laden, zijn 250.000 publieke oplaadpalen nodig. Hoe zorgen we dat die er komen?
De Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) wijst de weg. Het adagium: regionale overheden pakken hun sleutelrol als opdrachtgever voor de publieke laadpalen en lokale overheden trekken samen op. MRA-Elektrisch dient als inspirerend voorbeeld en heeft al aangetoond: op die manier werkt het. De NAL, die is opgesteld door verschillende partijen uit de branche, maakt werk van de ambitie van het kabinet en vertaalt meteen het klimaatakkoord op het gebied van laadinfrastructuur in doelen, acties en afspraken. “De NAL laat zien dat het elektrisch rijden onlosmakelijk verbonden is met de energietransitie”, aldus projectmanager MRA-E Maarten Linnenkamp, “en dat er geen enkele twijfel is dat elektrisch rijden de toekomst heeft.”
Kopgroep
Om te zorgen dat de benodigde laadinfrastructuur er daadwerkelijk komt staat de NAL regionale samenwerking voor, zoals MRA-E die al sinds 2012 kent. De NAL voorziet vijf regio’s, elk met een eigen projectbureau. Inmiddels is er vanuit het Interprovinciaal Overleg (IPO) een kopgroep gevormd die ervoor gaat zorgen dat de samenwerking er komt. De provincie Noord-Holland, die ook binnen MRA-E het voortouw heeft, is bestuurlijk trekker. Linnenkamp: “De bedoeling is dat lokale overheden, net als bij MRA-E, gezamenlijk opdrachtgever worden voor de plaatsing van openbare laadpalen. Die aanpak onderstreept de visie die MRA-E al van meet af aan heeft, namelijk dat hier voor overheden een belangrijke rol is weggelegd.”
Aan de slag!
Linnenkamp benadrukt dat het zaak is om snel aan de slag te gaan. “Op basis van de kabinetsambitie kunnen we in 2030 zo’n 2 miljoen elektrische auto’s verwachten, waarvoor 250.000 publieke laadpalen nodig zijn. Dat betekent dat er vanaf nu ieder jaar zo’n 25.000 palen de grond in moeten.” Natuurlijk, beaamt Linnenkamp, ook hem is het niet ontgaan dat het klimaatakkoord is afgezwakt. Omdat er beknot is op de subsidiemaatregelen voor elektrische auto’s gaan er stemmen op dat de kabinetsambitie moet worden bijgesteld. “Maar zelfs als we in 2030 niet precies 2 miljoen elektrische auto’s kunnen verwachten”, aldus Linnenkamp, “dan nog is er heel veel werk aan de winkel om de benodigde laadinfrastructuur ervoor te realiseren. Dus waar wachten we nog op?”