Het aantal inwoners in de metropoolregio Amsterdam groeit en het aantal fietsen, scooters en auto’s op straat neemt toe. Deelmobiliteit kan bijdragen aan het leefbaar en bereikbaar houden van de regio. Om het gebruik van deelmobiliteit te bevorderen en versnellen, werken de gemeente Amsterdam, Vervoerregio Amsterdam, MRA-platform Smart Mobility en MRA-Elektrisch samen.
Door (elektrische) fietsen, scooters en auto’s met elkaar te delen, zijn er minder auto’s nodig. Zo ontstaat meer ruimte op straat en verbetert de bereikbaarheid, leefbaarheid en de luchtkwaliteit. Om het gebruik van deelmobiliteit te verhogen, heeft de gemeente Amsterdam in 2020 het Programma Deelmobiliteit opgericht. Het programma heeft als doel om van deelvervoer een volwaardig alternatief te maken voor iedereen die zich in de stad wil verplaatsen. Om dit te bereiken, moet deelvervoer beschikbaar, bereikbaar, betaalbaar en bekend zijn voor iedereen die in, van en naar Amsterdam reist. ‘In de beginfase van het programma lag de focus voornamelijk op Amsterdam zelf, om hier de interne processen en het accountmanagement met de deelaanbieders op te zetten,’ vertelt Brian Maduro van de gemeente Amsterdam.
In de lift
Door de scope van het programma te verbreden naar de regio wil de gemeente Amsterdam van deelvervoer een nog beter alternatief maken voor het eigen autobezit en een goede aanvulling op het OV bieden. Daarnaast heeft Amsterdam samen met deelauto-aanbieders in 2021 het Convenant Autodelen ondertekend. Hierin zijn diverse intentieafspraken gemaakt om het gebruik van autodelen te vergroten. Een van deze afspraken is om het aanbod in omliggende gemeenten in de regio te verbeteren. Dat geldt niet alleen voor deelauto’s maar voor alle vormen van deelmobiliteit. En daar wordt nu aan gewerkt, samen met de Vervoerregio Amsterdam, het MRA-platform Smart Mobility en MRA-Elektrisch. Maduro: ‘Deelmobiliteit zit de afgelopen jaren enorm in de lift. Het zou een enorm gemiste kans zijn als iedere gemeente zelf het wiel gaat uitvinden en deelmobiliteit zich beperkt tot de verschillende gemeentegrenzen. Door als regiogemeenten onderling en met de aanbieders van deelvervoer de samenwerking op te zoeken, kan deelmobiliteit als een regionaal systeem gaan werken.’
Verborgen kansen
Om deelmobiliteit tot een succes te maken, moeten er nog wel wat hobbels worden genomen. ‘Op dit moment is de grootste uitdaging bij deelmobiliteit de versnippering,’ zegt Bram Nieuwstraten van de Vervoerregio Amsterdam. ‘Als de gemeentegrens een grens in gebruiksmogelijkheden vormt, is dit onhandig. De kans op gebruik is het grootst wanneer er meerdere gebieden zijn waar de auto’s, scooters, of fietsen te gebruiken en uit te wisselen zijn. Een regionale rit op de deelscooter is bijvoorbeeld wenselijker dan een rit met de eigen auto, maar momenteel kan dit nog nauwelijks.’ Voor een stad als Amsterdam is het niet ingewikkeld om deelmobiliteit aan te trekken. Maar dat is in de regio wel anders, zegt Haye Bijlsma van MRA-Elektrisch. ‘In het hoogstedelijk gebied is een business-case zo rond. Maar om juist de hele regio te voorzien van voldoende aanbod moeten de plekken waar (verborgen) kansen liggen zichtbaar worden gemaakt. Zo’n kans is bijvoorbeeld de mensen die recent de stad hebben verlaten en nu in de regio wonen. Misschien hebben zij geen auto en wél ervaring met deelmobiliteit in de stad. Dat zijn de early adopters die je nodig hebt in zo’n gebied. Als zij in de regio ook gebruikmaken van deelmobiliteit, dan gaat het balletje rollen.’
Kennis en kunde
De uiteenlopende kennis en kunde van de vier partijen zijn van groot belang om deelmobiliteit op te schalen. Zo heeft de gemeente Amsterdam de afgelopen jaren ervaring opgedaan met de juridische kant van deelmobiliteit in de Parkeerverordening (deelauto) en Algemene Plaatselijke Verordening (deelfiets/deelscooter). Door het uitgeven van vergunningen en ontheffingen houdt Amsterdam de regie over deelmobiliteit in de stad. ‘Deze ervaringen van wat wel en niet werkt voor de gemeente en aanbieders bieden inzicht voor regiogemeenten die willen opschalen met deelmobiliteit,’ aldus Maduro. MRA-Elektrisch brengt veel kennis mee over elektrisch rijden en heeft ervaring met het ondersteunen van gemeenten die beginnen met autodelen. ‘De projectleider deelmobiliteit van MRA-E helpt door de gemeente of initiatiefnemer te adviseren, mee te denken en contact te leggen met andere aanbieders. Het doel is om binnen korte tijd zelfstandig opererende deelautoconcepten op te zetten. Dit hebben we al eerder gedaan, onder andere in Waterland, Hoogkarspel en Weesp. Daar rijden nu dagelijks tientallen deelauto’s rond.’ Ook de betrokkenheid van het MRA-platform Smart Mobility is een logische volgens Chrétienne Hoek, thematrekker MaaS en deelmobiliteit: ‘Eerder dit jaar hebben wij de werkplaats voor deelmobiliteit opgericht, een plek waar gemeenten samen werken aan meer deelmobiliteit op straat. Het delen van kennis speelt daar een belangrijke rol. Het is heel mooi dat we zo kennis en ervaring die we nu met deze samenwerking opdoen weer kunnen delen met alle gemeenten binnen de MRA’.
Serieuze kans
‘Samen kunnen we drempels wegnemen die nu nog in de weg (lijken te) liggen om ook in de regio van Amsterdam met deelmobiliteit te starten’, zegt Bijlsma. ‘Door telkens de regio als geheel te blijven zien, zorgen we dat servicegebieden van deelmobiliteit straks op elkaar aansluiten en het mobiliteitsaanbod flexibel in de regio te gebruiken is.’ Volgens Nieuwstraten wordt het straks makkelijker reizen als de regiogemeenten dezelfde deelmobiliteit hebben. ‘Bovendien pakken we direct de uitstoot aan door oplaadvoorzieningen te organiseren. Door deze samenwerking krijgt het regionaal mobiliteitssysteem een serieuze kans. Win-win dus.