Het elektriciteitsnet staat steeds meer onder druk. Ook in onze regio.Netbeheer Nederland zien. Die uitbreiding kost tijd. Voor het e-rijden betekent het capaciteitsgebrek vooral een bottleneck voor de realisatie van snellaadpunten. Maar ook de aanleg van reguliere laadpunten vraagt om innovatieve oplossingen en een vooruitziende blik. Snelladen Snellaadpunten worden normaliter aangesloten op het middenstroomnet. En dat zit vol. Vanaf ongeveer 2030 is er weer ruimte, laten de netbeheerders MRA-E weten. Gemeenten kunnen de tijd tot 2030 goed benutten door samen met andere partijen de realisatie van snellaadstations voor te bereiden, want dat vergt hoe dan ook meerdere jaren. Zodra er ruimte is, kan de schop dan meteen de grond in. Voor de periode tot 2030 werkt MRA-E aan alternatieven. Goed voorbeeld is de gezamenlijke aanbesteding voor snelladers die MRA-E voor gemeenten heeft gedaan. Daarmee realiseren we tot 600 nieuwe snellaadstations, te beginnen medio 2024. De drie exploitanten die deze snelladers gaan exploiteren, zijn gekozen op basis van hun voorstellen om de laadstations te realiseren. Ook al kunnen zij hiervoor nog geen middenstroomaansluiting krijgen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van laagspanning met behulp van batterijenpakketten of energiehubs: meerdere lokale gebruikers die samen één netaansluiting hebben en hun elektriciteitsvraag en -aanbod op elkaar afstemmen. Regulier laden Reguliere laadpunten worden aangesloten op het laagspanningsnet. Daarop kunnen volgens de netbeheerders vanaf 2026 knelpunten worden verwacht. MRA-E zet daarom in op netbewust laden. Is er op een specifieke plek in het netwerk een knelpunt, dan laden de laadpalen daar gedurende die tijd automatisch met minder vermogen. In de nieuwe MRA-E concessie is netbewust laden de standaard en intussen werken we aan de implementatie op de bestaande palen. Hiernaast brengen we het slim laden al in de praktijk: Op meer dan 1000 publieke laadpalen laden we vooral op momenten dat er veel zonne- en windenergie wordt opgewekt. Zo’n 15 à 20% van de elektriciteitsvraag kan zo verschoven worden naar een veel gunstiger moment. Zonder dat de e-rijder er iets van hoeft te merken. De uitdaging voor de komende jaren is om de laadpalen duurzaam én netbewust te laten laden, zodat de pieken op het elektriciteitsnet vermeden worden en nieuwe laadinfra blijvend geplaatst kan worden. U ziet: het elektrisch rijden hoeft niet te stokken. Samen kunnen we werk blijven maken van een dekkend publiek (snel)laadnetwerk waarop e-rijders kunnen vertrouwen. Zo brengen we het e-rijden én de energietransitie verder!
Dat er in de provincies Utrecht en Flevoland knelpunten op het netwerk zijn, was al bekend. Het recente congestieonderzoek is afgerond en maakt duidelijk dat in deze twee provincies geen grote aansluitingen meer kunnen worden gerealiseerd. Ook in Noord-Holland is congestieonderzoek naar knelpunten door TenneT gestart. In afwachting van dit onderzoek worden ook hier geen grote aansluitingen meer afgegeven. Betekent dit dat we pas op de plaats moeten maken met de uitrol van laadinfra voor het elektrisch rijden? Zeker niet. MRA-Elektrisch laat zien hoe ook uw gemeente dóór kan. Nederland maakt volop werk van de energietransitie. Bedrijven stappen massaal van het aardgas af, we installeren steeds meer warmtepompen en we gaan elektrisch rijden. Om maar een paar voorbeelden te noemen. De vraag naar extra capaciteit op het stroomnetwerk overstijgt daardoor momenteel de snelheid waarmee netbeheerders het netwerk kunnen uitbreiden, laat