19 april 2016
Over vijf jaar zijn de publieke laadpalen die nu in de grote steden massaal worden geplaatst achterhaald. Dat meldt het NRC op 14 april. Maar hoe realistisch is dit toekomstbeeld, en waarop is het gebaseerd? Vanuit de praktijk mag heel iets anders worden verwacht. De roep van elektrische rijders om publieke laadpalen dicht bij huis wordt steeds luider. Deze laadpalen worden bovendien steeds beter gebruikt. Dat dit met de komst van nieuwe modellen elektrische auto’s met een grotere actieradius zal veranderen, is een misvatting.
In 2018 brengen vijf autofabrikanten nieuwe modellen elektrische auto’s op de markt met een actieradius van meer dan 300 kilometer: Tesla, Opel, Renault, Nissan en Audi. Steinbuch verwacht dat de komst van deze auto’s de publieke laadpalen, waar langzaam geladen wordt, overbodig maakt. Die oplaadpalen zouden dan niet meer voldoen. Snelladers zouden dan de standaard worden. Maar waarom het artikel lijkt uit te gaan van het oude denkpatroon van een automobilist met een benzine- of dieselauto: dat het logisch is dat je om te tanken de deur uit moet. Terwijl de publieke laadpalen de elektrische rijder nu juist het gemak geven dat dit niet meer hoeft. Opladen doe je ’s nachts, op eigen terrein of voor je eigen deur en tegen een laag stroomtarief, zodat je ’s ochtends altijd met een volle accu weg kunt. Zonder oponthoud. Die voordelen zullen de meeste mensen niet willen missen, ook niet wie straks in een nieuw model elektrische auto rijdt.
Belangrijk is ook dat de publieke laadpalen in de stad volop kansen bieden voor lokale energie-projecten: ze kunnen gekoppeld worden aan zonnepanelen op omliggende huizen, scholen en bedrijven. Dat vergroot het rendement van de lokaal opgewekte zonnestroom en geeft het schone elektrische rijden een impuls. Zo maken we nog meer werk van de energietransitie en het terugdringen van onze CO2-uitsoot.
Toch mogen we de snellaadstations niet vergeten, want die zijn nodig als je een lange rit maakt en onderweg ‘bij wil tanken’. Het liefst natuurlijk op een strategische plek en route, waarvoor je niet hoeft om te rijden. De cijfers laten zien dat het zo werkt. In de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, waar projectbureau MRA-E het elektrisch rijden stimuleert, verdubbelde in een jaar tijd het totale aantal kWh geladen stroom bij de publieke laadpunten. Dat is de basis. Het lage aantal kWh per laadbeurt bij de snellaadstations die de ANWB in samenwerking met MRA-E heeft opgezet, laat zien dan deze inderdaad alleen worden gebruikt om ‘even bij te tanken’.
Het is dus een en-en-verhaal. Beide zijn nodig: de publieke oplaadpalen in de wijken én de snellaadstations op strategische locaties. In de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht realiseren overheid en bedrijfsleven die samen. Meerdere autofabrikanten en andere bedrijven financieren mee in de publieke oplaadpalen. Daardoor kunnen we dit netwerk snel uitrollen en is de kostprijs in vier jaar tijd gehalveerd. Over twee jaar is een rendabele business case zonder overheidsinvestering in zicht. Dankzij die praktische aanpak komt de markt op gang en behoren we wereldwijd tot de koplopers in elektrisch rijden.