Elke nieuw verkochte auto in 2030 elektrisch. Daar zetten we op in met het klimaatakkoord. Het aantal laadpalen moet meegroeien met het aantal elektrische auto’s dat de weg opgaat. Landelijk zijn er in 2030 naar verwachting twee miljoen elektrische auto’s, waarvoor 200.000 publieke laadpalen nodig zijn. Maar daarmee zijn we er niet. Er moeten ook laadoplossingen komen voor andere gebruikersgroepen waaronder logistieke vervoerders. Maar voor welke opgave staan de gemeenten? MRA-Elektrisch rekende het uit.
In het klimaatakkoord zijn doelstellingen opgenomen voor het aantal elektrische auto’s. Omdat die e-auto’s moeten kunnen laden, is in het klimaatakkoord de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) opgenomen. De NAL bevat voor iedere provincie een prognose van het aantal laadpunten dat nodig is om de groei van het aantal e-auto’s goed te faciliteren. Hierbij is ook onderscheid gemaakt tussen publieke laadpunten (op straat), private laadpunten (bij bijvoorbeeld mensen thuis) en semipublieke laadpunten.
Daarnaast zorgt de invoering van zero-emissiezones in 30 tot 40 steden per 1 januari 2025 ervoor dat steeds meer bedrijven zich oriënteren op de overstap naar elektrische bedrijfsvoertuigen. Voorwaarde voor een succesvolle overstap is dat bedrijven op hun thuisbasis – vaak een bedrijventerrein- kunnen laden. Aan gemeenten de taak om samen met het bedrijfsleven te zorgen voor voldoende laadinfrastructuur.
MRA-Elektrisch heeft de prognoses nu gespecificeerd door de cijfers van laadpunten te vertalen naar de opgave voor de 79 gemeenten in haar werkgebied. “Een handige tool”, aldus Pieter Looijestijn, die de berekening maakte. “Want het zijn de gemeenten die de komende jaren de laadpunten moeten realiseren. Daarmee staan zij voor een grote opgave, want de verwachting is dat het elektrisch rijden een grote vlucht zal nemen.
Welkome tool voor gemeenten
MRA-E maakte de vertaalslag naar lokaal niveau. Voor iedere gemeente is berekend hoeveel laadpunten per type laadoplossing er eind 2025 en 2030 (waarschijnlijk) nodig zijn. Dat geeft houvast en is een goed vertrekpunt voor beleid. Looijestijn benadrukt dat de prognose het benodigde aantal laadpunten weergeeft. Zo heeft een publieke laadpaal bijvoorbeeld twee laadpunten, zodat twee e-auto’s hier tegelijk kunnen laden.
Ook raadt hij gemeenten af om ‘blind’ laadpalen te gaan plaatsen om de doelstelling te halen. Veel beter is het om de uitrol van het laadnetwerk gelijke tred te laten houden met het aantal elektrische auto’s op de weg. De cijfers zijn prognoses die houvast geven, maar gaandeweg waarschijnlijk zullen moeten worden bijgesteld. Blijf dus kijken wat er gebeurt, zodat de e-rijder altijd goed wordt gefaciliteerd en het netwerk goed gebruikt. Voorkom dat er laadpalen worden geplaatst die niet worden gebruikt.”
Vragen, advies of ondersteuning voor de uitrol van laadinfrastructuur in uw gemeente?
Neem dan contact met ons op.