Schoon en emissieloos varen

Ook het vervoer op het water moet het milieu minder gaan vervuilen en daarom begint ook de scheepvaart langzaam met elektrificatie. Dit geldt zowel voor de recreatievaart, de passagiersvaart als voor de binnenvaart. Voor de binnenvaart is in de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens afgesproken dat de uitstoot omlaag moet. Daarvoor moet er in 2030 40% tot 50% minder CO₂ uitgestoten worden dan in 2015 en moeten er 150 emissieloze binnenvaartschepen in de vaart zijn die helemaal geen schadelijk stoffen uitstoten.

Op deze pagina bundelen wij een aantal organisaties en documenten die u verder kunnen helpen.

Walstroom
Een aantal gemeenten binnen MRA-Elektrisch hebben te maken met grotere binnenvaartschepen en riviercruises. Om voldoende  elektriciteit aan boord te hebben, laten deze schepen vaak dieselgeneratoren draaien als ze aangemeerd liggen in de haven.  Dit zorgt voor geluids- en luchtvervuiling. Walstroompunten zorgen ervoor dat de dieselgenerator uitgezet kan worden, zodat deze schepen stil en schoon in de haven kunnen liggen. Voor de realisatie daarvan zijn een aantal hulpmiddelen beschikbaar:

• Gemeenten die (willen) werken aan de realisatie van walstroompunten voor de binnenvaart of cruiseschepen, kunnen zich aansluiten bij het Walstroomcollectief. Binnen het Walstroomcollectief hebben provincies, gemeenten en havens zich verenigd om gezamenlijk walstroompunten te realiseren op de juiste plekken.
• Vanuit het Schone Lucht Akkoord zijn verschillende maatregelen en kennisdocumenten opgesteld die u op weg kunnen helpen met het verduurzamen van uw binnenhavens. Specifiek voor de realisatie van walstroompunten is een uitgebreid stappenplan opgesteld in het kennisdocument walstroom.

Pleziervaart en passagiersvaart
Ook de pleziervaart en de passagiersvaart, zoals veerponten en rondvaartboten, zijn steeds vaker elektrisch. Meerdere gemeenten, waaronder Amsterdam, Amersfoort en Utrecht, stimuleren elektrische pleziervaart bijvoorbeeld door fluisterroutes aan te leggen in natuurgebieden, of verbrandingsmotoren juist in het centrum te verbieden. Hierdoor ontstaat een groeiende vraag naar E-vaartuigen en bijbehorende laadinfra. Voor concrete hulpmiddelen:

• Voor het realiseren van laadpunten voor de pleziervaart kunnen Noord-Hollandse gemeenten subsidie krijgen van de provincie Noord-Holland. Verder zijn er initiatieven in de sector om de transitie naar elektrische pleziervaart te versnellen. Veel hiervan zijn verenigd binnen de Coalitie Duurzaam Varen.
• Ook voor het elektrificeren van veerponten kunnen Noord-Hollandse gemeenten subsidie aanvragen. Veel veerponten zijn al geëlektrificeerd; enkele voorbeelden daarvan zijn te vinden in het Kennisdocument aanbestedingen en launching customership.

Werkvaartuigen
Veel vaartuigen zijn niet gericht op logistiek of personenvervoer, maar op het uitvoeren van werkzaamheden. Soms zijn deze schepen eigendom van de gemeente, of wordt het werk uitgevoerd in opdracht ván de gemeente. Via duurzaam aanbesteden van bijvoorbeeld bouw- en baggerwerk, of het verduurzamen van de eigen vloot, kan de gemeente een directe rol spelen in het verminderen van uitstoot in de scheepsvaart.

• Gemeenten die waterbouwprojecten, zoals bijvoorbeeld kadeherstel, duurzaam willen aanpakken, kunnen terecht bij het Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Binnen dit convenant is specifieke aandacht voor logistieke bouwvaartuigen en varend bouwmaterieel, en kunt u financiële en praktische ondersteuning krijgen om emissieloos bouwmaterieel voor op het water uit te vragen bij uw aanbestedingen. Voor meer informatie, zie onze pagina over Schoon en Emissieloos Bouwen.
• Voor enkele pilots en voorbeelden van emissieloos bouw- en baggerwerk kunt u inspiratie opdoen in het Kennisdocument aanbestedingen en launching customershipvan het Schone Lucht Akkoord.

De elektrische vaart bevindt zich nog in de kinderschoenen, maar de ontwikkelingen gaan steeds sneller. Heeft u ideeën om de transitie te versnellen of verdiepende vragen ? Neem dan contact op met onze projectleider schoon varen, Paul Schmidt.