Het werkprogramma MRA-Elektrisch voor 2022 is uit. Het nieuwe programma staat in het teken van verdere opschaling en samenwerking. Om de sterke groei van het elektrisch rijden bij te houden moeten er in regio Noordwest (MRA-E) elk jaar 500 publieke laadpalen méér worden geplaatst dan het jaar ervoor. MRA-E zet in 2022 nieuwe stappen om de groei van het elektrisch rijden te blijven faciliteren, bijvoorbeeld op het gebied van netcapaciteit en elektrisch vervoer voor specifieke gebruikersgroepen zoals logistiek, (semi-)privaat laden en op bedrijfsterreinen.
Elektrisch rijden is nog volop in beweging, er is nog veel onzeker. Met die onzekerheid probeert MRA-E rekening te houden door de ontwikkelingen van het elektrisch rijden, maar ook de energietransitie als geheel nauwgezet te monitoren. Een economische crisis, technologische innovaties en meest recent, de gevolgen van de coronacrisis, kunnen ook invloed hebben op de ontwikkelingen rondom elektrisch vervoer. De flexibele werkwijze van MRA-E maakt dat met dit soort onzekerheden kan worden omgegaan zonder dat de ontwikkeling van het elektrisch vervoer tot stilstand komt.
In 2022 vraagt het capaciteitstekort van het elektriciteitsnetwerk extra aandacht. Het kan de uitrol van laadinfra bemoeilijken. Door de toenemende vraag naar elektriciteit vanuit mobiliteit, maar ook de groeiende vraag vanuit de woningbouw en industrie in combinatie met duurzaam opgewekte energie, is de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk onvoldoende.
Ieder jaar legt projectbureau MRA-E haar werkzaamheden vast in een werkprogramma. De werkzaamheden van 2022 staan in het teken van opschaling, faciliteren van verschillende gebruikersgroepen zoals doelgroepenvervoer, logistiek, taxi’s en initiatieven voor elektrische deelauto’s.
Leeswijzer: In hoofdstuk 2 worden de aanpak en de visie van het MRA-E-project toegelicht. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de werkzaamheden en resultaten van 2021 toegelicht en in hoofdstuk 4 de geplande werkzaamheden voor 2022. Als laatste lichten we de organisatiestructuur van MRA-E toe, als ook het communicatieplan voor 2022 en de wijze van financiering (hoofdstuk 5, 6 en 7).