Met een digitale bijeenkomst markeren staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven en zes regio’s vandaag een nieuwe mijlpaal voor het elektrisch rijden. De partijen zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan: de Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (RAL). Samen zetten zij zich in voor voldoende oplaadpunten voor het groeiend aantal elektrische auto’s. Dat is hard nodig, want met het klimaatakkoord en het kabinetsbeleid worden er in 2030 bijna 2 miljoen e-auto’s in Nederland verwacht. Dat vraagt alleen in de publieke ruimte al om 540.000 publieke laadpalen.
Nu het elektrisch rijden in een stroomversnelling komt, is het des te belangrijker dat de extra benodigde laadinfrastructuur er op tijd komt. Sinds vorig jaar zet de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) daarom in op een regionale samenwerking zoals MRA-Elektrisch die al sinds 2012 kent. Kern van de aanpak: lokale overheden in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht pakken hun sleutelrol als opdrachtgever voor publieke laadpalen en trekken samen op. MRA-Elektrisch dient als voorbeeld voor de andere regio’s, waar een vergelijkbare samenwerking wordt opgezet.
Samen meer slagkracht
Het Rijk trekt de komende drie jaar 15 miljoen euro uit om de samenwerking in de regio’s te versnellen. De NAL voorziet zes samenwerkingsregio’s in Nederland, waarvan MRA-Elektrisch er een is. Gedeputeerde Jeroen Olthof (provincie Noord-Holland): “Dit levert veel slagkracht op, hard nodig voor een succesvolle uitrol van het openbare laadnetwerk.” De bedoeling is dat gemeenten, net als bij MRA-Elektrisch, gezamenlijke aanbestedingen gaan doen en opdrachtgever worden voor de plaatsing van openbare laadpalen. “Ongeveer 70% van de elektrische rijders moet op straat laden”, aldus Olthof. “Voor overheden is dus een belangrijke rol weggelegd. De zes regio’s zorgen er nu samen voor dat al die noodzakelijke laadpunten er komen.” De regio’s bestaan uit:
- Noord-Holland, Flevoland en Utrecht (MRA-Elektrisch)
- Groningen, Friesland, Drenthe
- Overijssel en Gelderland
- Noord-Brabant en Limburg
- Zuid-Holland en Zeeland
- G4-steden: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht
Elke regio stelt een Regionale Aanpak Laadinfrastructuur op. In dit plan van aanpak staat bijvoorbeeld hoeveel extra laadpunten er naar verwachting nodig zijn, en hoe die snel geplaatst kunnen worden. Ook wordt visie en beleid uitgewerkt. Denk aan de komst van snellaadpunten (ook voor logistiek en OV), laadpunten bij VVE’s, corporaties en bedrijven, als ook de zorg voor prijstransparantie. Netbeheer Nederland is intensief bij het maken van de plannen betrokken, zodat rekening wordt gehouden met een evenwichtige belasting van het energienetwerk.
Samenwerking MRA-Elektrisch
Gedeputeerde Olthof, bestuurlijk opdrachtgever van het programma MRA-Elektrisch, zet zijn schouders er graag onder: “Samen met de gemeenten Amsterdam en Almere, provincies Flevoland en Utrecht en de Vervoerregio Amsterdam zijn we al sinds 2012 aan de slag om elektrisch vervoer in de regio te stimuleren. Ook de komende jaren slaan we de handen ineen om het elektrisch rijden vooruit te helpen en zo klimaatdoelen dichterbij te brengen.” In januari uitte minister Van Veldhoven al haar lof over de samenwerking binnen MRA-Elektrisch. “Heel inspirerend om te zien dat er zulke sterke samenwerkingsverbanden zijn ontstaan”, sprak Van Veldhoven. “Elektrisch rijden wordt het nieuwe normaal. Dat betekent dat je je auto net zo makkelijk moet kunnen laden als je mobiele telefoon.”